Verkiezingen in Nederland

stemmen potlood verkiezingen - verkiezingen nederland

Verkiezingen. Wat ga jij stemmen?

De verkiezingen staan weer voor de deur. Een mooie gelegenheid om alles over het reilen en zeilen van de verkiezingen in Nederland voor jou op een rijtje te zetten:

Verkiezingen

In Nederland staan alle regels over de verkiezingen in een wet, de Kieswet. Als je die wet zou printen, heb je een pak papier van 107 pagina’s. In dit artikel kun je lezen wat de belangrijkste dingen in deze wet zijn.

We gaan in op verschillende onderwerpen binnen de verkiezingen en over de manier waarop in Nederland de verkiezingen worden gehouden voor de gemeenteraden, de provinciale staten en de eerste en tweede kamer. Voor verkiezingen zoals die voor het Europese Parlement gelden de meeste regels ook, er zijn maar een paar kleine verschillen.

Hoe werkt zetelverdeling?

Het totale aantal stemmen dat op een lijst is uitgebracht in alle stembureaus wordt het stemcijfer genoemd. Het centraal stembureau telt het totaal aantal uitgebrachte stemmen, en deelt dit door het aantal te verdelen zetels.

Voorbeeld voor de Tweede Kamer verkiezingen:

  • Stel dat er bijvoorbeeld 7.534.873 stemmen zijn uitgebracht.
  • Het totale aantal zetels van de Tweede Kamer is 150.
  • De Kiesdeler is nu 7.534.873 gedeeld door 150, is 50.232,486, afgerond 50.232.
  • Het aantal stemmen op een lijst wordt nu gedeeld door de kiesdeler. De uitkomst van die deling, naar beneden afgerond, is het aantal zetels dat de partij krijgt toegewezen. Een partij die stemmen heeft gekregen, maar niet meer dan de kiesdeler, krijgt geen enkele zetel.

Vervolg van het voorbeeld:

  • Stel dat een partij 705.832 stemmen heeft gekregen.
  • Dit aantal stemmen wordt gedeeld door de kiesdeler, 50.232.
  • De uitkomst van 705.832 gedeeld door 50.232 is 14,05, afgerond 14 zetels.
  • Zo wordt voor elke lijst bepaald hoeveel zetels er zijn toegewezen.

Restzetels

Omdat er bij elke lijst naar beneden wordt afgerond, blijven er meestal van de 150 toe te wijzen zetels een paar over, dat worden de restzetels genoemd. Deze restzetels worden volgens de regels in de kieswet verdeeld, meestal zo dat de partij de bij het afronden naar beneden het hoogste getal achter de komma had de meeste restzetels krijgt.

De restzetels worden opgeteld bij de zetels die de partij al had door de kiesdeler. Dat levert het totaal aantal zetels op waar die partij recht op heeft.

Een pikant detail is dat een partij die meer zetels heeft dan het aantal kandidaten dat op de lijst van die partij staat, maximaal het aantal zetels krijgt dat overeenkomt met het aantal kandidaten. De andere zetels gaan naar de andere partijen.

Kieskringen

Heel Nederland wordt volgens de Kieswet ingedeeld in 19 kieskringen, als het gaat om verkiezingen voor de Tweede Kamer. Bij verkiezingen voor de Provinciale Staten gelden in principe dezelfde kieskringen, maar de provincie kan de eigen kieskringen nog onderverdelen in meerdere kleinere kieskringen. Voor de Gemeenteraadsverkiezingen geldt de regel dat elke gemeente één kieskring is.

Stemdistricten

In principe is elke gemeente precies één stemdistrict, maar vooral in de grotere gemeenten zal er wel besloten worden om de gemeente te verdelen in meerder stemdistricten.

Stembureau

In elk stemdistrict is een stembureau. Het stembureau wordt bemand door drie mensen, de leden van het stembureau. Een van deze mensen is de voorzitter. Deze mensen worden benoemd door Burgemeester en wethouders, en daarbij worden ook plaatsvervangers benoemd, voor het geval een lid van het stembureau op de verkiezingsdag verhinderd is (bijvoorbeeld door ziekte).

In elke kieskring is een hoofdstembureau, dat zich bevind in de gemeente die in de Kieswet voor die kieskring is aangewezen. De burgemeester van die gemeente is de voorzitter van het hoofdstembureau, en verder zijn er nog vier leden. Het lidmaatschap van het hoofdstembureau geldt voor vier jaar.

Tenslotte is er ook nog een centraal stembureau. Bij de verkiezingen voor de Tweede kamer is dat de Kiesraad. Voor Provinciale Statenverkiezingen is het hoofdstembureau ook het centraal stembureau, en dat geldt ook voor de Gemeenteraadsverkiezingen.

Hoe werkt oproep voor de verkiezingen?

Uiterlijk 2 weken voor de verkiezingen ontvangt elke kiezer die een stem mag uitbrengen een oproepingskaart of stempas Deze stempassen worden verstuurd door de gemeente en zijn gebonden per persoon. Het is wel mogelijk iemand anders te machtigen om jouw stem uit te brengen.

Voorkant van de oproepingskaart

Op de voorkant van de oproepingskaart of stempas staat voor welke verkiezingen de stemgerechtigde wordt opgeroepen, wanneer de verkiezingen zijn en waar de stem kan worden uitgebracht. Ook staat uitgelegd hoe de kiezer kan stemmen in een ander stembureau of bij volmacht.

Achterkant van de oproepingskaart

De achterkant van de oproepingskaart biedt ruimte voor een volmacht of om de oproep om te zetten in een kiezerspas.

Als iemand zijn oproepkaart kwijtraakt, of wanneer de kaart niet is aangekomen, dan kan bij de gemeente een nieuwe oproepingskaart worden opgevraagd. Daarvoor moet wel een identiteitskaart getoond worden.

Het is zelfs nog mogelijk om op de dag van de verkiezingen zelf bij het stembureau een nieuwe oproepingskaart te vragen.

Bijzondere situaties

Een kiezer mag zijn of haar stem ook uitbrengen in een ander stemlokaal dan het stemlokaal dat op de oproepkaart staat. In dat geval moet de kiezer een verzoek doen bij de burgemeester. Hij krijgt dan een kiezerspas voor een ander stemlokaal. Dit verzoek moet minstens 14 dagen voor de dag van de verkiezingen gedaan worden. Bij de stemming zelf geeft de kiezer de kiezerspas aan de voorzitter van het stembureau, in plaats van de oproepingskaart.

Een kiezer mag ook iemand anders machtigen om namens hem te stemmen. Dat heet stemmen bij volmacht. Die andere persoon moet dan wel stemgerechtigd zijn en moet de volmachtstem tegelijk met zijn eigen stem uitbrengen. Iedere kiezer mag naast de eigen stem nog maximaal twee volmachtstemmen uitbrengen. Om iemand te machtigen moet de kiezer minstens twee weken voor de verkiezingen een schriftelijk verzoekschrift indienen bij de burgemeester. Op het verzoek moet ook vermeld worden wie de gemachtigde wordt. De gemachtigde krijgt dan een volmacht thuisgestuurd. Een andere manier is de oproepingskaart aan een andere kiezer te overhandigen, waarbij zowel de kiezer als de gemachtigde de kaart moeten ondertekenen.

Hoe werken stemlokalen?

Iedere kiezer moet zijn of haar stem uitbrengen in het stemdistrict dat is aangewezen.

De stemlokalen worden door de gemeente uitgezocht, zodat er voor elk stemdistrict een stemlokaal is. Er wordt voor gezorgd dat ze zo goed mogelijk toegankelijk zijn voor mensen met lichamelijke gebreken. Vaak zijn de stemlokalen te vinden in scholen, buurthuizen en wijkcentra.

In het stembureau wordt er voor gezorgd dat het stemgeheim blijft gelden. Er staat een tafel voor de leden van het stembureau, die zo is opgesteld dat alle kiezers kunnen zien wat de leden van het stembureau doen. Op de tafel ligt een lijst waarin alle kiezers staan die in het stembureau hun stem mogen uitbrengen.

Stembus

In het stemlokaal staat (als er niet elektronisch wordt gestemd) een stembus, naast de tafel van het stembureau, en onder handbereik van het lid van het stembureau dat toezicht houdt op de stembus. Voor de opening van het stembureau controleren de leden van het stembureau dat de stembus leeg is en daarna wordt de stembus afgesloten.

Stemhokjes

In het stembureau staan een of meer stemhokjes. Dit zijn kleine ruimtes die een beetje lijken op een paskamertje, inclusief een gordijntje. Op die manier kan iedere kiezer in alle rust het stembiljet bekijken en invullen, zonder dat andere mensen kunnen zien op wij die stem wordt uitgebracht. Dit is belangrijk, omdat er een stemgeheim geldt. Niemand kan verplicht worden om te vertellen op wie hij of zij gestemd heeft.

De stembiljetten

Als er wordt gestemd met stembiljetten, iets dat tegenwoordig steeds minder voorkomt, dan staan op het stembiljet alle lijsten van de politieke partijen, en elke lijst bestaat uit de kandidaten van die partij. Voor elke kandidaat is een hokje afgebeeld.

De dag van de verkiezingen

De stemlokalen gaan open om half acht ’s ochtends, en blijven open tot 9 uur ’s avonds. Als iemand niet buiten werktijd kan gaan stemmen, dan is een werkgever verplicht om tijdens werktijd maximaal twee uur vrij te geven om te gaan stemmen.

De bemanning van het stembureau

Op het stembureau moeten gedurende de openstelling altijd de voorzitter plus twee leden van het stembureau aanwezig zijn. De leden van het stembureau mogen zolang ze actief zijn op het stembureau niet laten merken wat hun politieke voorkeuren zijn, ze moeten zich objectief gedragen.

Als de voorzitter verhinderd is of ziek wordt, dan valt een van de leden voor hem in. Als dat niet lukt, dan kan de burgemeester een plaatsvervanger aanwijzen. Het kan natuurlijk ook gebeuren dat er acuut een nieuwe voorzitter nodig is. In dat geval kan er zelfs aan een kiezer die in het stemlokaal aanwezig is gevraagd worden om (tijdelijk) voorzitter van het stembureau te zijn.

De gang van zaken in het stemlokaal

Kiezers mogen gedurende de openingstijden van het stemlokaal daar aanwezig zijn en de gang van zaken observeren. Ze mogen echter niet de orde verstoren, en ook geen dingen doen om andere kiezers te beïnvloeden in hun keuze.

Voorbereidingen

Voor de opening van het stembureau tellen de leden van het stembureau de stembiljetten.

Het uitbrengen van een stem met stembiljetten

Wanneer er in een stembureau gestemd wordt met stembiljetten, dan gaat dat als volgt: De kiezer kan op elk moment gedurende de openingstijden van het stembureau gaan stemmen. Zodra hij of zij aan de beurt is overhandigt de kiezer de oproepingskaart aan de voorzitter van het stembureau. Als de voorzitter dat wil dan moet de kiezer zich legitimeren.

De voorzitter noemt hardop het nummer dat op de oproepingskaart staat. Het tweede lid van het stembureau zoekt dit nummer op in de lijst van kiezers die in het stembureau mogen stemmen en noemt de naam die daarbij staat. De voorzitter controleert of deze naam overeenkomt met de naam op de oproepingskaart. Als dat klopt, dan zet het tweede lid bij de zojuist opgelezen naam in de lijst zijn paraaf, om aan te geven dat de kiezer zich gemeld heeft. Hiermee wordt dus voorkomen dat iemand twee keer kan stemmen.

De voorzitter geeft nu aan de kiezer een stembiljet, en noteert hoeveel stembiljetten hij heeft uitgegeven (door te turven). Dan gaat de kiezer met het stembiljet naar het stemhokje en maakt met het rode potlood dat in het stemhokje ligt het hokje van de kandidaat van zijn of haar keuze rood. Daarna vouwt de kiezer het stembiljet dicht zodat het niet zichtbaar is op wij hij gestemd heeft, en gaat hij naar de stembus. Het derde lid van het stembureau kijkt toe om te controleren of hij het stembiljet in de stembus stopt.

Bijzondere situaties

Als een kiezer zich vergist bij het invullen van het stembiljet, dan kan hij aan de voorzitter van het stembureau een keer een nieuw stembiljet vragen. De voorzitter maakt het stembiljet met de vergissing onmiddellijk onbruikbaar.

Als het stembureau gaat sluiten (om 21 uur) dan wordt dit door de voorzitter van het stembureau aangekondigd. Iedereen die dan nog in het stembureau of bij de ingang staat te wachten mag dan nog zijn of haar stem uitbrengen.

De opkomst bij de verkiezingen

In Nederland is geen stemplicht. Iedereen die een oproep voor de verkiezingen krijgt mag zelf beslissen of hij/zij gaat stemmen. Je hebt dus het recht om te gaan stemmen of niet. Daarom spreken we in Nederland van het stemrecht.

In het nieuws hoor je vaak over de “opkomst”. Het gaat dan over de mensen die de kans om te gaan stemmen hebben benut en wel gestemd hebben. De opkomst bij de verkiezingen is nooit 100%, de laatste tientallen jaren schommelt de opkomst tussen de 50% en de 80% (afhankelijk van de soort verkiezingen bijvoorbeeld). Politici vinden het opkomstpercentage belangrijk, om twee redenen. Ten eerste geeft een laag of hoog percentage iets aan over de interesse van de stemgerechtigden in de politiek. Ten tweede kun je je voorstellen dat een partij die de verkiezingen wint, maar met een lage opkomst, niet zo’n sterke overwinning heeft. Er is immers eigenlijk niet bekend wat de mensen vinden die niet gestemd hebben.

Alleen de keuze van de mensen die wel gaan stemmen telt mee voor de uitslag. Als je niet gaat stemmen gaat je stem eigenlijk verloren.

Een andere keuze is om wel te gaan stemmen, maar het stembiljet leeg weer in te leveren. Dat heet “blanco” stemmen. Sommige mensen vinden dat je daarmee in feite zegt dat je geen van de kandidaten of partijen goed genoeg vindt. Je stem gaat niet verloren, maar gaat ook niet naar een partij.

Tellen van de stemmen bij verkiezingen

Onmiddellijk na sluiting van de stembureaus stelt het stembureau vast hoeveel kiezers zich hebben aangemeld, hoeveel stembiljetten zijn uitgereikt, hoeveel kiezers hun stembiljet niet hebben ingeleverd, hoeveel stembiljetten zijn teruggegeven en onbruikbaar gemaakt en hoeveel ongebruikte stembiljetten er nog over zijn. Alle stembiljetten die in het stembureau aanwezig zijn en die niet gebruikt zijn worden ingepakt en de verpakking wordt verzegeld. Op die manier wordt voorkomen dat deze stembiljetten nog bij het tellen van de stemmen kunnen worden misbruikt.

Vervolgens wordt de stembus geopend en worden de stembiljetten die er in zitten geteld. Dit aantal wordt vergeleken met het aantal stemmen dat volgens de telling van het stembureau in de stembus is gedaan.

De leden van het stembureau leggen nu alle stembiljetten op stapels, voor elke lijst een stapel. De stemmen die ongeldig of blanco zijn worden apart gehouden. Daarna wordt er geteld hoeveel stemmen er zijn uitgebracht op elk van de kandidaten, en ook op de lijsten. Tenslotte worden de stembiljetten in verzegelde pakken ingepakt. De verzegelde pakken stembiljetten en de lijst met de getelde stemmen worden naar het hoofdstembureau gebracht. De voorzitter maakt de uitslag van het stembureau bekend. Deze uitslagen worden bijvoorbeeld ook gebruikt door de kranten, televisie en radio, alhoewel ze dus nog niet officieel zijn.

Zitting van het hoofdstembureau

Twee dagen na de verkiezingen, om 10 uur ’s morgens, houdt het hoofdstembureau zitting. In deze zitting wordt van elke lijst het totaal aantal uitgebrachte aantal stemmen per kandidaat en per lijst vastgesteld, van alle stembureaus samen. De voorzitter maakt de uitslag bekend en stuurt die uitslag ook naar het centrale stembureau.

[infonu keyword=’verkiezingen’ output=3]